Knieartrose en total knee

Een van de meest voorkomende vormen van artrose is knieartrose (gonartrose). Hierbij is de kwaliteit van het kraakbeen in de knie langzaam aan het afnemen. De hersteltijd van kraakbeen is 200 jaar en dat maken wij als mens zijnde dus niet meer mee. Bij knieartrose zijn een aantal verschillende behandelingen mogelijk. De keuze voor de juiste behandeling hangt af van de gradatie van de artrose. Bij graad een, twee en soms graad drie is het mogelijk om eerst een conservatief (fysiotherapeutisch) traject te starten, om een operatie uit te stellen. Bij graad vier is er een indicatie voor het plaatsen van een nieuwe knie.

Total knee
Het kniegewricht bestaat uit twee botstukken: het scheenbeen (tibia) en het dijbeen (femur). De gewrichtsvlakken zijn bedekt met kraakbeen. Dit kraakbeen is bedoeld als schokdemper en om de knie beter te laten bewegen. Als een kniegewricht ernstig beschadigd of versleten is, is het mogelijk om het gewricht te vervangen door een knieprothese.

Er zijn twee soorten protheses: de totale knieprothese en de halve knieprothese. De totale knieprothese wordt het meeste gezet. De operatie van de knieprothese gaat tegenwoordig heel snel. Het herstel duurt echter wel lang, soms meer dan 9 maanden. In onderstaande animatie wordt getoond hoe het proces van het plaatsen van een totale knieprothese verloopt.

Na de operatie komt de fysiotherapeut van het ziekenhuis kijken hoe het gaat. U krijgt dan uitleg over wat u wel en niet mag en hij gaat direct met u oefenen. Meestal mag u de volgende dag al naar huis, waar een fysiotherapeut in de buurt de behandeling overneemt. Hij zal met u gaan werken aan het verbeteren van de beweeglijkheid van de knie en kracht van de omliggende spieren.